Terpen & wierden; heuvels op krachtplaatsen als bescherming tegen de zee...
- Tijdsperiode: voor en tijdens de Romeinse tijd tot in de Late Middeleeuwen (700 v.Chr. - 1500 n.Chr.)
- Volk: toenmalige lokale bevolking, waaronder de Friezen (een Germaans volk)
- Functie: bescherming & beschutting tegen hoge zeewaterstanden en misschien ook als heilige plek?
- Vorm: opgeworpen heuvels in de kwelders (met soms/vaak op het hoogste punt de kerk)
- Rituelen: onbekend
- Energetisch: terpen en wierden staan ieder op een kruispunt van leylijnen (indien voor 1350)
- Bekende locaties: provincies Noord-Holland, Friesland en Groningen
Terpen en wierden (ook 'werven' genoemd) zijn heuvels opgeworpen door de lokale bevolking die bescherming moesten bieden tegen hoge waterstanden van de zee. Deze heuvels konden één boerderij bevatten tot wel een heel dorp met dorpskerk. De plaats die ze uitkozen om hun terp op te richten was op een kruispunt van leylijnen. Wanneer men terug gaat in de geschiedenis van de taal en zijn betekenis komt men in Engeland veelvuldig de uitgang 'ley' tegen. In Nederland en België gaat het hier bij 'leeuw'-, 'lee'- en 'lede'-namen steeds om overeenkomsten met het Engelse 'ley', het Franse 'leu', alsmede het Duitse 'lei'. De ware betekenis is: leycentrum en de bescherming en beschutting die daar gevonden wordt, de 'luwte' of de 'leite' (Fries) en de 'lee' (Engels). Denk wat dit laatste betreft ook aan 'under the lee of' (onder de beschutting van). Zo is het leycentrum en ook de leylijn terug te vinden in de Westeuropese talen. (Bron: Leylijnen en leycentra in de Lage Landen)
De bewoners uit die tijd zochten bescherming en beschutting op een leycentrum en bouwden hierop hun terpen en hun huizen.
|