Stenen monumenten in Nederland
- Tijdsperiodes: Steentijd, er zijn hunebedden van omstreeks 2000 v.Chr. en hunebedden van omstreeks 4000/4500 v.Chr.
- Volk: er zijn 2 volkeren die hunebedden hebben gebouwd in Nederland:
-Hunebedbouwers (naam onbekend, in vervolg 'hunebedbouwers' genoemd) bouwde omstreeks 4000/4500 v.Chr.
-Trechterbekervolk (genoemd naar de vorm van gevonden potten in hunebedden) bouwde omstreeks 2000 v.Chr.
- Functie: heiligdom (vereren & offeren) en omvormingsplaats (energetisch) tegelijkertijd (geen begraafplaats!!!)
- Vorm: door volk 1: (hunebedbouwers)
-Menhir: losse staande steen
-Steenkring: een groep hoge of lage staande stenen in een ronde of ovale cirkel
-Cove: ookwel tafelhunebed genoemd, enkele stenen dicht bij elkaar en hierop een grotere platte steen
-Steenkist: een bak van steen (dicht op elkaar), toegedekt met platte stenen, eromheen een krans van houten palen
-Hunebed met houten palen krans: staande stenen met tussenruimtes die opgevuld werden met 'stopstenen'
ingang gevormd door enkel paar zijstenen
door volk 2: (trechterbekervolk)
-Hunebed met steenkrans: staande stenen met tussenruimtes die opgevuld werden met 'stopstenen'
ingang gevormd door dubbel paar zijstenen, en liggende steen hierop
-Hunebed met meerdere steenkamers: meerdere steenkamers (2 of 3) omgeven door één heuvel
met er omheen een krans van stenen
- Rituelen: onbekend, hebben gediend ter omvorming van energieën, voor het vereren en het offeren
- Energetisch: zie verder op deze pagina en op de pagina megalieten
- Bekende locaties: met name in Drenthe, ook Friesland (Steenkist) en Groningen
Tegenwoordig is algemeen aangenomen dat hunebedden gebouwd zijn om als begraafplaats te dienen. Dit is echter niet waar, dit is een theorie die ooit bedacht is om als verklaring te dienen voor het bestaan van hunebedden. Er zijn geen skeletten of menselijke resten gevonden in een hunebed op enkele skeletten na die van veel latere datum zijn. De verklaring dat er geen andere resten van mensen gevonden zou komen door de hoge zuurgraad van de bodem. Maar iemand vertelde dat als er mensen begraven zouden zijn dat er door de fosfaten die in mensen zitten een hevige onkruidgroei (bramen) zou krijgen. Er is (dus) geen bewijs dat de hunebedden gebouwd zijn om als begraafplaats te dienen.
Bij een onderzoek aan het begin van de 20ste eeuw werden gigantisch grote hoeveelheden scherven gevonden in twee hunebedden. Hieruit werd afgeleid dat er wel honderden doden gelegen moesten hebben, want de gedachtengang was dat iedere dode een paar potten meekreeg. Dit is dus niet correct. De potten zijn er als offer of verering geplaatst door de bouwers van de hunebedden (of door latere volkeren?). Er zijn ook hunebedden gevonden zonder potten er in. Het trechterbekervolk dat pas in periode zes om de hoek kwam kijken, gebruikte de eerder gebouwde hunebedden als heiligdom en plaatste hierin soms ook potten. Maar wanneer een tv-toestel in een hunebed geplaatst wordt betekent het niet dat het hunebed in onze tijd gebouwd wordt!
Bij wetenschappelijk onderzoek van Stonehenge is gebleken dat het geen begraafplaats was, ondanks de enkele skeletten die zijn gevonden. Stonehenge is gebouwd ter verering, hierbij werden zelfs mensen geofferd; de gevonden skeletten. Hunebedden en Stonehenge waren voor verering in die tijd wat voor ons nu de grote kathedralen zijn. Beide zijn gebouwd op kruispunten van leylijnen, een krachtige energie die op deze kruisingen extra sterk is en een plek extra heilig maakt. Plekken om te vereren.
Er zijn zeven verschillende perioden geweest waarin de met name Drentse steenhopen zijn neergezet. Het begon met de bouw van menhirs en later volgden andere stenen monumenten.
Een van de gebruiken was om een stenen monument te plaatsen op een voor hun negatieve graancirkel. In 2002 is er bijvoorbeeld een graancirkel gekomen precies tussen megalithische plaatsen in. In 2003 is er een graancirkel gekomen die precies op rij lag met vier grafheuvels. Deze twee graancirkels lagen in Engeland. Om Stonehenge heeft ieder van de afgelopen jaren een graancirkel gelegen in de velden en bij andere megalithische plaatsen zoals bijvoorbeeld Silbury Hill en andere komen ze ook regelmatig voor. Het is dan ook niet verwonderlijk dat men megalithische monumenten in verband brengt graancirkels, de reden zouden leycentra of krachtplaatsen zijn. Maar dat is niet het enige, megalithische monumenten zijn allen op een graancirkel gebouwd! Overal gebeurde dit, in Weris, in Engeland èn in Drenthe. Hoe het zit met de vele rijen van menhirs in Bretagne en Normandië is onbekend.
Door middel van de steen of stenen en rituelen maakten ze een dergelijke plek positiever. Ze waren bewust van een bepaalde energie die ze ook vereerden; de energie van de leylijnen die het duidelijkst voelbaar is op een leycentrum. Het vereren van deze energie gebeurde door het bouwen van en het later nog gebruiken van een stenen monument, zoals bijvoorbeeld een hunebed. Twee redenen tegelijk hadden de bouwers voor de bouw: 1* positief maken graancirkel en 2* vereren leyenergie (later kwam hier benkerenergie bij). Later veranderde er iets in de verering. Het lijkt erop dat ze contact hadden met Engeland, omdat de bouwstijl verschillende keren veranderde.
De regio waarbinnen ze werkzaam waren is niet alleen Drenthe, ook over de Duitse grens en verder richting het noorden en oosten komen en kwamen deze bouwsels voor. Of al deze bouwwerken door hetzelfde volk zijn gemaakt als de Nederlandse hunebedden is mij niet bekend.
Er is een bouwwerk bekend dat vlak bij D13 van Eext heeft gelegen. Hierin bevond zich geen steenkamer, maar lag er in de heuvel granietgruis in een patroon. Dit patroon bestond uit twee bogen die in elkaar haakten als het ware. Dit voorbeeld geeft aan dat er niet een strak omlijnde manier van bouwen was, maar dat er uitzonderingen waren op de regel. Ook is het mogelijk dat de verschillende perioden zoals die hieronder beschreven worden elkaar overlapt hebben. Verder zou ieder stenen monument een eigen lokale functie hebben gehad, zoals bijvoorbeeld dat er inwijdingen plaatsvonden.
De verschillende bouwstijlen
1) De stenenbouw in Drenthe begon niet met hunebedden, maar met menhirs, staande stenen die solitair hun functie vervulden. Ze werden in het midden geplaatst van een graancirkel, de sterkste leylijn liep hierbij door de lengterichting van de steen. De bouw van een enkele staande steen was maar van korte duur. Alle menhirs zijn verdwenen, behalve op één steen na die met zijn kopje uitsteekt boven een heuvel die volgens mij geen grafheuvel is. Dit heuveltje heet de Galgenberg en ligt vlak bij hunebed D8 in de boswachterij Schipborg.
Tussen de bouw van de menhirs en de steenkringen in Drenthe zijn de bouwers weggetrokken en teruggekomen. In deze tussenperiode zijn ze (onder andere?) in Weris geweest, alwaar ze menhirs hebben geplaatst. Het is goed mogelijk dat ze ook elders in de tussentijd zijn geweest.
2) Toen ze weer terug waren in Drenthe bleef het niet bij een solitaire steen. Men begon toen op de rand van een graancirkel een steenkring te plaatsen, een kring van menhirs. Iedere (echte) graancirkel heeft op zijn rand een magische cirkel liggen die de energie van binnen afschermt van de energie die erbuiten aanwezig is en andersom. Je kunt je deze magische cirkel voorstellen als een bel die over de plek heen ligt. Precies op de plaats van de magische cirkel plaatsten ze de stenen. Hiermee versterkten ze ook de magische cirkel.
3) In de periode die hierop volgde stapten ze over op het bouwen van kleine steenkamers. Deze kamers worden ook een cove genoemd. Een cove is een steenkamer die geen ingang heeft, maar er ligt wel een heuvel over het monument heen en dat is nog niet eerder gebeurd. Momenteel bestaat er nog maar één cove in Drenthe en die ligt in het dorp Westenesch, aan de westkant van Emmen. Van deze cove is nog maar weinig over. Om de cove's stonden een of meerdere cirkels van houten palen die aan de voet van de heuvel waren neergezet. Deze kransen van houten palen zijn niet tijdens de bouw geplaatst, maar op een later tijdstip.
4) De hierop volgende periode is de periode van wat de steenkisten worden genoemd. Van de steenkisten bestaan er nog een aantal (die hunebed genoemd worden), bijvoorbeeld D13 te Eext en D6 van Tynaarlo. De zijstenen stonden dichter op elkaar dan bij een gewoon hunebed, die in de periode hierna werden gemaakt. Om de steenkist stond een (meerdere?) krans van houten palen.
5) De meeste hunebedden die nu nog bestaan stammen uit deze periode. Bij dit type en hierna volgende hunebedden zat er een ruimte tussen de zijstenen die opgevuld werd met kleinere stenen. Bij dit type komt het regelmatig voor dat ze de beide uiteinden een of meerdere keren hebben verlengd. Dit type hunebed had aan de zijkant een ingang een ingang, alwaar twee ingangstenen werden geplaatst. Om het hunebed in te gaan moest je tussen de twee ingangsstenen door. Om het hunebed lag er altijd een krans van houten palen en misschien wel meerdere kransen. De steenkamer lag onder een heuvel van zand, waarbij de dekstenen er soms/vaak bovenuit staken.
Het laatste hunebed van deze periode was D21. Bij de bouw van dit hunebed kwamen ze er achter dat het positief maken van de leylijnen niet kon omdat ze hier al positief waren, maar ze ontdekten dat er een andere energielijn wel negatief was: benkerlijnen. Toch bouwden ze dit hunebed af.
6) Deze periode kenmerkt zich door een krans van stenen palen. Ook zou er niet slechts één paar zijstenen zijn geweest, maar twee paar zijstenen en hierop een kleine deksteen. Het vermoeden rijst dat de bouwers van de hunebedden met houten palen niet hetzelfde volk zijn als de bouwers van de hunebedden met steenkrans. Deze bouwers vereerden met name de benker-energie, maar de leyenergie werd niet vergeten. Voor plaats van de bouw van het hunebed werd een steenkring uitgekozen die eerder al was gebouwd (periode 2). Bij dit type komt het ook regelmatig voor dat ze de beide uiteinden een of meerdere keren hebben verlengd. Binnen de steenkrans was het opgevuld met zand, de steenkamer lag onder een heuvel.
7) Deze periode kenmerkt zich door de bouw van een hunebed met meerdere steenkamers. De verklaring die de wetenschap heeft voor dit type klopt niet, twee hunebedden zouden aan elkaar zijn gegroeid met de heuvel. Dit is echter niet het geval, bij dit type werden de twee kamers tegelijk of achtereenvolgens gebouwd. De ene kamer is gebouwd om het mannelijke te vereren en de tweede kamer voor het vrouwelijke. Soms wordt er behalve de twee kamers ook nog een derde deel gecreëerd, een kinddeel. In het enige bekende geval waarin dit gebeurde werd er slechts één kleine steen rechtop voor geplaatst. Om de twee steenkamers heen lag één gezamenlijke steenkring, waarbinnen een verhoging van zand was. Het enige lange hunebed dat nog over is staat ten westen van Emmen; D43 Schimmeres. Twee andere lange hunebedden hebben gelegen onder de toren van de kerk van Anloo en aan de hunebedstraat te Tynaarlo in de buurt van D6.
Samenvattend:
Het verhaal hierboven wordt samengevat in het onderstaande schema. Voordat de menhirs in Drenthe zijn gebouwd, zijn de bouwers afkomstig van Engeland. In het schema wordt met pijlen aangegeven hoe dit volk getrokken is in tijdsvolgorde. Toch is het waarschijnlijk niet volledig, er kunnen stukjes tijd tussen zitten, maar hier staat weergegeven wat er zover bekend is. Zoals je ziet vallen de dolmens van Weris buiten de boot, ze zijn niet door één en hetzelfde volk gemaakt. Ook zijn er twijfels of de laatste twee types van de steenhopen door hetzelfde volk zijn gemaakt als de eerdere bouwwerken.
Attentie: Als u op de hoogte gehouden wilt worden over leylijnen, aardstralen, wichelroede, en aanverwante onderwerpen, meldt u zich dan aan voor de Nieuwsbrief leylijnen.
|